Ik ben geboren in een gezin waar fotografie altijd pertinent aanwezig was. Mijn eerste foto’s maakte ik met een Voigtländer Vitomatic III CS, de poor man's Leica. En sinds ik op mijn twaalfde voor het eerst langzaam een beeld zag verschijnen op het luttele seconden eerder nog maagdelijk witte vel papier in het ontwikkelbad in de doka, ben ik gepassioneerd door fotografie (en nodeloos lange zinnen).
Na mijn humaniora studeerde ik fotografie bij Walter De Mulder en rond die tijd kon ik de hand leggen op de cursus Barietverwerking-Labotechnieken van Carl De Keyzer. Het werd mijn bijbel die tot de komst van de digitale fotografie een centrale plaats had op de boekenplank.
Twaalf - of zelfs een hogeschool student - ben ik intussen al lang niet meer maar de passie is gebleven. Wanneer ik zonder camera de deur uit ga voel ik mij niet compleet, eerder geamputeerd. En dat staat compleet los van het feit dat fotografie sinds 1992 mijn vak en mijn broodwinning is.